Biografie
Ik was 8 jaar toen ik voor het eerst een valsspeler aan het werk zag.
Eén keer in de week kwam mijn familie bij elkaar om te kaarten.
Ze speelden poker en het ging om stuivers. Omdat het mijn verjaardag
was mocht ik die dag meedoen. We speelden ‘Chigaco’, een
pokervariant waarbij de persoon met de hoogste schoppen de helft van
de pot wint.Toen mijn opa begon met delen zag ik dat de schoppen aas,
de hoogste schoppen kaart in het spel, onderop lag. Toen ik even later
mijn kaarten oppakte, kon ik mijn ogen niet geloven. De laatste kaart
die mijn opa mij gegeven had, was de schoppen aas. Toen ik naar mijn
opa keek, gaf hij me een knipoog. Alsof hij wilde zeggen: ‘Gefeliciteerd
met je verjaardag, jongen’.
Via mijn opa ontmoette ik allerlei valsspelers die hem opzochten om van hem te leren. Volgens hen was mijn opa de beste. Heel af en toe kwam er een jonge valsspeler langs die dit niet geloofde en mijn opa uitdaagde. Dit resulteerde altijd in iets wat je met eigen ogen moet zien om te geloven: