Bij valse dobbelstenen denkt men vaak aan de ‘altijd-zes-dobbelstenen’ die in de meeste speelgoedwinkels verkrijgbaar zijn. En je zou denken dat valsspelers hier graag gebruik van maken, want deze dobbelstenen gooien inderdaad praktisch altijd zes. Dat is echter ook precies het probleem aan deze dobbelstenen. Omdat ze echt bijna altijd zes gooien, valt het binnen de kortste keren op dat er iets aan de dobbelsteen mankeert. Daarnaast is ook redelijk eenvoudig te zien dat er met de dobbelsteen geknoeid is, valt hij snel uit elkaar als je hem iets te hard gooit en ziet hij eruit als de typische Nederlandse dobbelsteen (ondoorzichtig en afgeronde hoeken). Met andere woorden, een dobbelsteen die je niet wilt gebruiken in een spel waar het om echt geld gaat.
Er zijn echter ook versies van deze zogenaamde ‘loaded dice’ die een stuk geavanceerder zijn. Het principe is hetzelfde als de ‘altijd-zes-dobbelsteen’: er is een verzwaring in de dobbelsteen aangebracht waardoor het zwaartepunt van de dobbelsteen niet in het midden ligt, maar dichter bij één van de zijden. De dobbelsteen zal zo vaker op deze zijde landen en dus met de tegenover liggende zijde naar boven.
Bij de ‘altijd-zes-dobbelsteen’ is er simpelweg een groot gat in de dobbelsteen geboord. Daar is een flinke knikker in gestopt en vervolgens is het gat weer dicht gemaakt. Bij de geavanceerde ‘loaded dice’ gaan ze iets subtieler te werk. Zo wordt er een gaatje geboord in de stip van de één. Dit gaatje wordt gevuld met een zwaar metaal, bijvoorbeeld goud of platina. Om het effect sterker te maken kunnen ook de stippen die het dichtst bij de zijde van de één liggen gevuld worden.
Het gaatje is zeker bij de echte casino dobbelstenen erg klein. Deze dobbelstenen zijn doorzichtig en als de vulling te dik zou worden dan zou dat opvallen (zie foto bovenin). Dat betekent ook dat het niet altijd werkt. Je maakt zo geen ‘altijd-zes-dobbelsteen’, maar een ‘iets-vaker-dan-normaal-zes’ dobbelsteen. Maar dat is ook niet erg, de meeste valsspelers worden gepakt omdat ze teveel in te korte tijd winnen en met deze dobbelstenen gaat dat in elk geval minder snel.
Om verzwaarde dobbelstenen te ontdekken is er een apparaatje op de markt, een zogenaamde ‘balancing caliper’. Je stopt de dobbelsteen tussen de pennetjes en geeft hem een zetje zodat hij rond draait. Uiteindelijk zal de dobbelsteen tot stilstand komen en als hij dat elke keer met hetzelfde nummer naar boven doet, dan is de dobbelsteen verzwaard. Als alternatief kun je de dobbelsteen ook in een hoog glas water laten vallen. Als de dobbelsteen elke keer met dezefde kant boven op de bodem eindigt is hij verzwaard.
Wil je zien hoe je zelf een ‘altijd-zes-dobbelsteen’ maakt? In deze aflevering van Checkpoint zie je hoe dat moet. Het stukje over dobbelstenen begint na 8 minuten en als je nog iets langer kijkt dan zie je ook nog een stukje waarin ikzelf een demonstratie valsspelen geef.