Laat één van je vrienden een kaart kiezen, onthouden en terugstoppen in het spel. Jij weet de kaart te vinden.
Het geheim? Voordat hij de kaart koos, heb jij stiekem de onderste kaart bekeken. Laat hem zijn kaart bovenop terugleggen en coupeer het spel. Hierdoor komt de kaart die jij hebt onthouden bovenop de gekozen kaart te liggen. Je kunt net zo vaak couperen als je wilt, je vriend mag ook couperen. Dit verandert niets. Het enige wat jij nu hoeft te doen is de kaart opzoeken die je hebt onthouden en de kaart die eronder ligt uit het spel halen.
Om er een goede weddenschap van te maken ga je als volgt te werk. Zeg dat je de kaart op gevoel gaat vinden. Pak de bovenste kaart en voel er een beetje aan. Zeg dat dat hem niet is en draai hem om. Doe dit ook bij de volgende kaarten, net zo lang tot je de kaart ziet die je onthouden hebt. De volgende kaart zal de kaart zijn die ze gekozen hebben. Zeg echter niet dat dit hem is. Voel er aan en draai hem om. Zeg ook niet dat het hem niet is, maar doe gewoon alsof je denkt dat dit hem niet is. Ga nog een aantal kaarten verder en doe bij één van de kaarten alsof je iets voelt. Voel nog een keer goed en laat merken dat je steeds meer overtuigd bent. Zeg: “Ja, ik ben er zeker van, de volgende kaart die ik omdraai is jouw kaart. Ik durf er zelfs om te wedden.” Zij denken dat je het over de kaart hebt die je vast hebt en omdat ze hun kaart al voorbij hebben zien gaan, weten ze zeker dat zij gaan winnen.
Als ze de weddenschap hebben aangenomen, zoek je hun kaart uit de stapel die al op tafel ligt en draait hem om. Je hebt gewed dat de volgende kaart die je omdraait de gekozen kaart is en dus heb je de weddenschap gewonnen.