Hoe maak je een act voor een goochelwedstrijd?

Al sinds ik goochel doe ik mee met goochelwedstrijden. In het begin met wisselend succes, later met meer succes met als hoogtepunt het behalen van het Nederlands kampioenschap goochelen in de categorie Cartomagie (goochelen met kaarten) in 2010 en 2011. Volgende week ga ik zelfs mee doen met het wereldkampioenschap goochelen. Een mooie gelegenheid om te vertellen hoe een act voor een wedstrijd tot stand komt.

De stress begint al weken voor de wedstrijd. Althans, bij mij was dat het gevoel toen ik het goochelen nog als een hobby beschouwde. De trucs die je normaal tijdens optredens gebruikt, vind je niet goed genoeg. Er zitten bij zo’n wedstrijd tenslotte allemaal goochelaars in de zaal en die hebben de meeste trucs al wel een keer gezien. Dus wil je een bijzondere act neerzetten. In mijn geval betekende dat: moeilijke trucs doen. Ik vond het altijd al leuk om moeilijke trucs te oefenen. Vaak bleef het daarbij omdat ik te weinig optredens had. De optredens die je had, wilde je goed laten verlopen en dus deed je daar de trucs die je al goed beheerste. Een wedstrijd was voor mij dan ook bij uitstek de gelegenheid om moeilijke trucs uit te proberen.

Deze trucs zocht ik enkele maanden vooraf bij elkaar en vervolgens ging ik die oefenen. Enkele weken voor de wedstrijd begon de stress dan. Krijg ik het wel af? Is die ene truc niet te moeilijk? Zal ik deze truc misschien toch omwisselen voor die andere? Uiteindelijk had ik dan een act van een kleine tien minuten die ik alleen nog maar thuis voor de spiegel had geoefend en nog nooit voor publiek had gedaan. Om dan opeens voor een zaal vol goochelaars te staan, dat levert zweethandjes op kan ik je vertellen. En dat maakt sommige trucs er weer niet makkelijker op.

Vaak waren de trucs die ik deed ook zo onpraktisch, dat ik ze vervolgens nooit meer deed. Bij optredens liep ik vaak tussen de mensen rond en liet ik bij elk groepje mensen mijn trucs zien. De acts voor de wedstrijden vergden vaak veel voorbereiding en daar heb je tijdens een normaal optreden geen tijd voor. En dus kon ik het jaar erna gewoon weer opnieuw beginnen.
Toch leverde deze strategie me enkele tweede en derde prijzen op en belangrijker: door al die verschillende acts te bedenken, leerde ik tal van goocheltechnieken die me tegenwoordig van pas komen.

Toen ik in 2006 besloot om professioneel goochelaar te worden, paste ik ook mijn wedstrijd strategie aan. Ik besloot alleen nog maar mee te doen met een act die ik al tijdens mijn optredens gebruikte of kon gaan gebruiken. Dit resulteerde er in dat ik de eerste paar jaar niet mee deed. De trucs die ik op optredens gebruikte sprongen er in mijn ogen niet uit als je ze naast de trucs van andere goochelaars zette. Tot ik het idee bedacht om niet zelf met de eer te gaan strijken, maar de volledige credits aan een toeschouwer te geven.

Hieruit ontstond een act waarin ik een toeschouwer voorstelde als zijnde de beste valsspeler aller tijden. Ik gaf hem teksten en vervolgens leek het alsof hij alle geheime technieken uitvoerde. Ongegeneerd kon ik vervolgens applaus voor hem vragen wat natuurlijk indirect voor mij was bedoeld.

In plaats van direct mee te doen met het Nederlands kampioenschap, probeerde ik de act eerst uit voor vrienden, deed hem vervolgens voor publiek, deed mee aan een kleinere wedstrijd, deed hem nog meer voor publiek en pas een jaar later deed ik met deze act mee aan het Nederlands kampioenschap. Het resultaat mocht er wezen: Nederlands Kampioen Goochelen (Cartomagie) 2010. Het jaar erna paste ik dezelfde strategie toe met een nieuwe act. Eerst veel doen en dan pas mee doen met het Nederlands Kampioenschap. Het resultaat was hetzelfde.

Inmiddels heb ik beide acts gespeeld op verschillende festivals. Ze zitten dus nog steeds in mijn repertoire, dit in tegenstelling tot de acts die ik in het begin altijd in elkaar flanste. Volgende week doe ik dus mee met het Wereld kampioenschap goochelen. Niet met een nieuwe act, maar met de act waarmee ik in 2010 Nederlands Kampioen werd en die dus al twee jaar lang in mijn repertoire zit. Natuurlijk zullen er nog steeds zenuwen zijn, maar omdat ik bij deze act zeker weet dat ik de technieken beheers zal dat een stuk minder zijn.