Gaat er wel eens een truc mis?

Iedereen wil altijd graag weten of er wel eens een truc mis gaat. En natuurlijk gebeurt dat. Wel zijn er verschillende gradaties van ‘mis gaan’. Zo kan er iets mis gaan zonder dat het publiek het merkt. Dit kan bijvoorbeeld komen omdat je zelf al ziet dat er iets fout zit voordat het bij het publiek zichtbaar wordt. Soms kun je dit dan al oplossen voordat het echt problemen oplevert en soms kun je het beste de hele truc dan maar overslaan. Omdat het publiek over het algemeen niet weet wat je gaat doen, zal het hen niet opvallen dat je een truc overslaat.

Soms gaan er dingen mis die niet voor het publiek verborgen kunnen worden gehouden. Soms is ook dit op te lossen. Het mooie hiervan is dat het publiek in eerste instantie vaak denkt dat het bij de show hoort als er iets mis gaat. Als je het dan daadwerkelijk oplost waardoor ze nog steeds verbaasd zijn, zijn ze helemaal overtuigd dat het foutje er bij hoorde.

En soms valt er echt niets te redden. De truc mislukt, gaat jammerlijk teloor, de goochelaar pinkt een traan uit zijn oor. (Herman Finkers) Hoe je hier vervolgens mee omgaat bepaalt of de show toch een succes is.

Voorbeelden uit de praktijk

Afgelopen maand stond ik met een nieuwe voorstelling op twee festivals. Het Sonsbeek festival in Arnhem en het Noorderzon festival in Groningen. De act duurde een kwartier en in 9 dagen heb ik hem in totaal ruim 80 keer gedaan. Als je zo vaak een voorstelling achter elkaar speelt, sluipt er geheid af en toe een foutje in. Zo ging er op één van de dagen tijdens de één na laatste voorstelling van die dag iets kapot aan een speciaal bingoapparaat dat ik gebruikte. Tijdens de voorstelling kon ik gelukkig zorgen dat hij bleef werken al was het een stuk minder soepel dan de bedoeling was. Maar omdat iedereen fanatiek op zijn bingokaartje aan het kijken was, denk ik niet dat het erg is opgevallen. De volgende dag kon ik de rest repareren en verder heeft het apparaat goed gewerkt.

Ook tijdens de kaarttruc in deze voorstelling sloop er wel eens een foutje in. Als je elk half uur een voorstelling van een kwartier speelt, daarna gauw voorbereidt voor de volgende voorstelling en bijna meteen weer door moet, dan kan het gebeuren dat een kaart wel eens op de verkeerde plek ligt. Nu ging mijn voorstelling over hoe veel geluk ik tijdens spelletjes heb en hierdoor eigenlijk altijd win. Een kaart op de verkeerde plek kan hier dan flink roet in het eten gooien, maar het blijkt dat ik ook in het dagelijkse leven geluk heb, want elke keer koos de toeschouwer toch de kaart die voor hem bedoeld was en eindigde ik met de winnende hand. Hierdoor gebeurde het soms dat ik wel de winnende hand had, maar met totaal andere kaarten dan ik verwacht had. Zo verbaas je jezelf ook nog eens.

Helaas moet ik toegeven dat er ook één keer iets zodanig mis ging dat er niets te redden viel. In één van de trucs heb ik vijf enveloppen waar er in één echt geld zit. Vier toeschouwers mogen elk een envelop kiezen en daar blijkt vals geld in te zitten, in de envelop die voor mij over blijft zit het echte geld. Als je echter vergeet om überhaupt geld in één van de enveloppen te doen is de climax nogal flauw en alleen voor mij verrassend.

Hoe je het beste met dergelijke situaties om kunt gaan, bewaar ik voor een andere blogpost.

Wat doet een beursgoochelaar precies?

Bedrijven huren soms een goochelaar in om tijdens beursdagen bezoekers van hun stand te vermaken. Maar een goede beursgoochelaar doet meer dan alleen de mensen vermaken. Hij trekt de aandacht van bezoekers, informeert ze op vermakelijke wijze over het betreffende bedrijf en verwijst geïnteresseerde bezoekers door naar de medewerkers van het bedrijf.

Aandacht trekken

Als u vaker op een beurs hebt gestaan dan weet u hoe het gaat. Na een paar uur rondlopen zijn bezoekers overladen met informatie, aanbiedingen en folders. Het is dan moeilijk om hun aandacht nog te krijgen en vast te houden. Een beursgoochelaar kan dan uitkomst bieden. Omdat hij in eerste instantie iets anders biedt dan alle andere standhouders, namelijk entertainment, zullen bezoekers eerder blijven staan om even te kijken. Ze zijn blij even geen informatie te hoeven verwerken en simpelweg vermaakt te worden. Een enkele kijkende beursbezoeker zal al gauw uitmonden in een grote groep geïnteresseerden.

Informeren

Nu de bezoekers naar de stand getrokken zijn kunnen ze geïnformeerd worden over de werkzaamheden van het bedrijf. De beursgoochelaar kan dit op verschillende manieren doen.
Als eerste kunnen enkele kernpunten van de bedrijfsfilosofie in de presentatie van één of meerdere trucs verwerkt worden. Een goede goochelaar beschikt over een groot repertoire om uit te putten en kan zo trucs kiezen waar een passende presentatie op te maken is. Daarnaast weet de goochelaar de trucs die hij doet op een leuke manier te linken aan de naam van het bedrijf waardoor de bedrijfsnaam beter bij de beurs bezoekers blijft hangen.

Als tweede kan de beursgoochelaar trucs doen met voorwerpen uit het assortiment van het bedrijf. Natuurlijk is dit niet altijd mogelijk, maar vaak zijn er onverwachte mogelijkheden. Een truc doen met de nieuwste editie van een automerk is waarschijnlijk niet te doen, maar een schaalmodel van deze auto die stopt bij een gekozen kaart zou zeker haalbaar moeten zijn. Belangrijk is wel dat het bedrijf ruim van te voren (informatie over) voorwerpen uit het assortiment beschikbaar stelt aan de goochelaar zodat deze trucs uit zijn repertoire aan kan passen of zelfs volledig nieuwe trucs kan bedenken met de voorwerpen.

Doorverwijzen

Doordat de beurs goochelaar de kernpunten van het bedrijf in zijn presentatie verwerkt kunnen bezoekers tijdens de act al bepalen of ze meer willen weten van het bedrijf. Aan het eind van de presentatie worden de veelbelovende prospects doorverwezen naar de medewerkers van het bedrijf die in de stand aanwezig zijn. Doordat de medewerkers zich niet bezig hoeven te houden met deze eerste schifting wordt de tijd van de medewerkers veel effectiever gebruikt, wat uiteindelijk zal leiden tot meer leads.

Wilt u ook meer bezoekers in uw beursstand?

Met de unieke methode van beursgoochelaar Peter Woerde kunt u voorafgaand aan de beurs al verzekerd zijn van extra bezoekers in uw stand. Benieuwd wat deze methode inhoudt en wat Peter Woerde voor uw bedrijf kan betekenen? Klik dan op onderstaande button om contact op te nemen.

Contact Opnemen

http://www.devalsspeler.nl/zakelijk/beurs-goochelaar.php

Hoe ontdek je of kaarten gemerkt zijn?

Het eerste waar veel mensen aan denken bij valsspelers is gemerkte kaarten. Toch weet bijna niemand hoe je het best kan ontdekken of kaarten gemerkt zijn of niet. Gelukkig is er voor de meeste soorten markeringen een simpele test.

Hou het spel met één hand vast met de rugzijde naar je toe. Trek met de andere hand het spel bij de korte zijde naar je toe en laat de kaarten één voor één van je vingers afspringen. Hou je ogen op een vast gedeelte van de kaarten. Als de kaarten gemerkt zijn zal het ontwerp duidelijk voor je ogen veranderen terwijl de kaarten voorbij schieten, alsof er zich een klein filmpje afspeelt. Herhaal dit een aantal keer en focus elke keer op een ander gedeelte van de kaart, totdat je de hele rugzijde van de kaarten onderzocht hebt. Hoe het precies moet kun je in het volgende filmpje zien:

Checking for crimps
Natuurlijk werkt deze methode alleen bij kaarten die gemerkt zijn door het patroon van de rugzijde aan te passen. Kaarten kunnen ook gemerkt zijn door zogenaamde crimps, kleine misvormingen aan de rand van de kaarten. Deze markeringen worden als volgt ontdekt: hou het spel vast zodat je langs de zijkant kan kijken. Als de kaarten normaal zijn, dan liggen alle kaarten strak tegen elkaar aan. Zitten er crimps in de kaarten, dan zullen er kleine openingen te zien zijn (zie foto). Natuurlijk moet je elke zijde van het spel op deze manier bekijken.

Er bestaan crimps die niet op deze manier te ontdekken zijn. De breather crimp is hier een voorbeeld van. Om deze en soortgelijke crimps te ontdekken laat je het spel op de korte zijde op de tafel staan en vervolgens laat je het spel openvallen. Zoals een boek op deze manier open zal slaan op dezelfde pagina als waar hij voor het laatst open was, zo zal het spel op eventuele crimps openslaan. Herhaal dit een aantal keer om te zien of het spel inderdaad elke keer op hetzelfde punt openslaat.

Er bestaan ook meer geavanceerde technieken om kaarten te merken die niet met bovenstaande methodes te ontdekken zijn. Zo lang je voor weinig geld speelt zul je deze technieken echter niet snel tegen komen en ben je met bovenstaande methodes relatief goed gewapend tegen het gebruik van gemerkte kaarten.

Hoe maak je een act voor een goochelwedstrijd?

Al sinds ik goochel doe ik mee met goochelwedstrijden. In het begin met wisselend succes, later met meer succes met als hoogtepunt het behalen van het Nederlands kampioenschap goochelen in de categorie Cartomagie (goochelen met kaarten) in 2010 en 2011. Volgende week ga ik zelfs mee doen met het wereldkampioenschap goochelen. Een mooie gelegenheid om te vertellen hoe een act voor een wedstrijd tot stand komt.

De stress begint al weken voor de wedstrijd. Althans, bij mij was dat het gevoel toen ik het goochelen nog als een hobby beschouwde. De trucs die je normaal tijdens optredens gebruikt, vind je niet goed genoeg. Er zitten bij zo’n wedstrijd tenslotte allemaal goochelaars in de zaal en die hebben de meeste trucs al wel een keer gezien. Dus wil je een bijzondere act neerzetten. In mijn geval betekende dat: moeilijke trucs doen. Ik vond het altijd al leuk om moeilijke trucs te oefenen. Vaak bleef het daarbij omdat ik te weinig optredens had. De optredens die je had, wilde je goed laten verlopen en dus deed je daar de trucs die je al goed beheerste. Een wedstrijd was voor mij dan ook bij uitstek de gelegenheid om moeilijke trucs uit te proberen.

Deze trucs zocht ik enkele maanden vooraf bij elkaar en vervolgens ging ik die oefenen. Enkele weken voor de wedstrijd begon de stress dan. Krijg ik het wel af? Is die ene truc niet te moeilijk? Zal ik deze truc misschien toch omwisselen voor die andere? Uiteindelijk had ik dan een act van een kleine tien minuten die ik alleen nog maar thuis voor de spiegel had geoefend en nog nooit voor publiek had gedaan. Om dan opeens voor een zaal vol goochelaars te staan, dat levert zweethandjes op kan ik je vertellen. En dat maakt sommige trucs er weer niet makkelijker op.

Vaak waren de trucs die ik deed ook zo onpraktisch, dat ik ze vervolgens nooit meer deed. Bij optredens liep ik vaak tussen de mensen rond en liet ik bij elk groepje mensen mijn trucs zien. De acts voor de wedstrijden vergden vaak veel voorbereiding en daar heb je tijdens een normaal optreden geen tijd voor. En dus kon ik het jaar erna gewoon weer opnieuw beginnen.
Toch leverde deze strategie me enkele tweede en derde prijzen op en belangrijker: door al die verschillende acts te bedenken, leerde ik tal van goocheltechnieken die me tegenwoordig van pas komen.

Toen ik in 2006 besloot om professioneel goochelaar te worden, paste ik ook mijn wedstrijd strategie aan. Ik besloot alleen nog maar mee te doen met een act die ik al tijdens mijn optredens gebruikte of kon gaan gebruiken. Dit resulteerde er in dat ik de eerste paar jaar niet mee deed. De trucs die ik op optredens gebruikte sprongen er in mijn ogen niet uit als je ze naast de trucs van andere goochelaars zette. Tot ik het idee bedacht om niet zelf met de eer te gaan strijken, maar de volledige credits aan een toeschouwer te geven.

Hieruit ontstond een act waarin ik een toeschouwer voorstelde als zijnde de beste valsspeler aller tijden. Ik gaf hem teksten en vervolgens leek het alsof hij alle geheime technieken uitvoerde. Ongegeneerd kon ik vervolgens applaus voor hem vragen wat natuurlijk indirect voor mij was bedoeld.

In plaats van direct mee te doen met het Nederlands kampioenschap, probeerde ik de act eerst uit voor vrienden, deed hem vervolgens voor publiek, deed mee aan een kleinere wedstrijd, deed hem nog meer voor publiek en pas een jaar later deed ik met deze act mee aan het Nederlands kampioenschap. Het resultaat mocht er wezen: Nederlands Kampioen Goochelen (Cartomagie) 2010. Het jaar erna paste ik dezelfde strategie toe met een nieuwe act. Eerst veel doen en dan pas mee doen met het Nederlands Kampioenschap. Het resultaat was hetzelfde.

Inmiddels heb ik beide acts gespeeld op verschillende festivals. Ze zitten dus nog steeds in mijn repertoire, dit in tegenstelling tot de acts die ik in het begin altijd in elkaar flanste. Volgende week doe ik dus mee met het Wereld kampioenschap goochelen. Niet met een nieuwe act, maar met de act waarmee ik in 2010 Nederlands Kampioen werd en die dus al twee jaar lang in mijn repertoire zit. Natuurlijk zullen er nog steeds zenuwen zijn, maar omdat ik bij deze act zeker weet dat ik de technieken beheers zal dat een stuk minder zijn.

De man met de $100.000 borsten – review

Dit boek opent met een verhaal over Brian Zembic, die elke weddenschap, hoe gek ook, aandurft. Zo nam hij de weddenschap aan om een maand lang in een badkamer te overleven. De weddenschap om borstimplantaten te nemen werd niet direct uitgevoerd, maar uiteindelijk deed hij ook dat. Hij kreeg hiervoor $100.000 op voorwaarde dat hij ze een jaar zou houden. Meer over deze weddenschap kun je lezen in deze blog-post: De man met de $100.000 borsten

De ondertitel van het boek is ‘And Other Gambling Stories’. Hoewel je misschien verwacht dat er meer van dat soort bizarre weddenschappen in staan, valt dat eigenlijk heel erg tegen en lijkt de titel van het boek met het eerste verhaal vooral een manier geweest om de interesse voor het boek te wekken.

De rest van het boek gaat vooral over de locaties waar er gegokt wordt en op wat voor manier dat dan wordt gedaan. Er zijn hoofdstukken over het casino, de paardenrenbaan, de golfbaan, sports betting en poker. Elk hoofdstuk vertelt op wat voor manier gokken zijn plaats heeft met betrekking tot het onderwerp. Het is gelukkig geen saaie opsomming van feiten geworden en het boek bevat zeker interessante verhalen over gokkers en de manier waarop zij met geld omgaan, maar het leukste hoofdstuk van het boek is toch het eerste hoofdstuk.

Het is zeker geen straf om de rest van het boek te lezen als je in gokken bent geïnteresseerd en meer wil weten over de levensstijl van de echte gokker, maar ik zou aanraden om het eerste hoofdstuk als laatste te lezen.

Waardering:
Waardering: 3

Ontmoeting met een valsspeler

In 2004 was ik ruim vijf weken in Las Vegas om een opleiding tot blackjackdealer te volgen. In deze blogpost kun je daar meer over lezen: Valsspelen op de dealerschool. Ik had gehoord dat er elke woensdag een goochelclub bijeenkwam en ik ben hier twee keer naar toe geweest. Het was geen traditionele bijeenkomst zoals we in Nederland kennen, waar iedereen lidmaatschap betaalt en de leden in een zaaltje hun trucs aan de rest van de club laten zien. Deze club kwam bijeen in een kroeg. Iedereen kon er gewoon bij zijn en de goochelaars lieten onderling hun trucs zien in plaats van het voor de hele groep te doen. Beide keren dat ik er was waren er ook enkele ‘beroemde’ goochelaars, zoals Bob Kohler en Allan Ackerman. Waarschijnlijk niet bekend bij het lekenpubliek, maar in de goochelwereld zullen de meeste hen kennen.

Allan Ackerman staat bekend om zijn geweldige techniek met kaarten en het was geweldig om hem in het echt bezig te zien. Hij zat rustig aan een tafeltje een colaatje te drinken en om de zoveel tijd kreeg hij een enorme grijns op zijn gezicht en dan kwam er weer een geweldige kaarttruc uit zijn handen.

Naast deze bekende goochelaars ontmoette ik daar ook een echte valsspeler: Rod the Hop. Over het internet had ik deze naam al eens gehoord en het verhaal ging dat hij deze naam had gekregen omdat hij één bepaalde valsspeeltechniek tot in de puntjes beheerste: de hop, in goochelaarskringen beter bekend als de pass. Deze techniek bestaat er uit het kaartspel ongemerkt te couperen, dat wil zeggen de onderste helft van het spel stiekem bovenop te leggen.

Deze techniek wordt bijvoorbeeld bij pokerspelletjes gebruikt. In homegames schudden en delen de spelers vaak om de beurt. Na het schudden is het gebruikelijk om de persoon rechts van de deler te laten couperen. Als de deler een valsspeler is en bijvoorbeeld heeft gezorgd dat de goede kaarten onderop het spel eindigen, dan zorgt het couperen ervoor dat die kaarten niet meer onderop liggen, maar ergens midden in het spel. Als de deler dit couperen nu ongedaan kan maken door middel van de hop, dan liggen de kaarten weer netjes onderop en kan hij ze met behulp van de bottom deal aan zijn partner delen.

Goochelaars gebruiken deze techniek bijvoorbeeld om een gekozen kaart die in het midden van het spel is gestopt stiekem bovenop te krijgen. In de loop der jaren heb ik tal van goochelaars deze techniek zien gebruiken en hoewel ze de techniek vaak goed beheersen is er voor de oplettende kijker altijd wel iets verdachts te zien. Als valsspeler kun je dat natuurlijk niet hebben. Niet alleen mogen de mensen niet zien wat je doet, ze mogen zelfs niet vermoeden dat je iets gedaan hebt. Dus moet de techniek niet goed zijn, hij moet perfect zijn.

Uiteraard vroeg ik Rod the Hop of hij mij zijn techniek voor de hop kon laten zien en dat deed hij graag. Hij liet de bovenste kaart zien, liet mij couperen, pakte het spel op en vroeg: “Wat vond je er van?” Ik was eerlijk gezegd nog aan het wachten tot hij een beweging maakte. Toch lag die ene kaart weer bovenop. Het is dat het mijn eigen spel was, anders had ik gedacht dat er gewoon meerdere van die kaarten in het spel zaten. Hij liet het me nog enkele keren zien en elke keer zag ik niets. Geen enkele beweging die er op kon wijzen dat hij het spel gecoupeerd had.

Hij vroeg mij ook om iets aan hem te laten zien. Na wat hij mij had laten zien, durfde ik dat eigenlijk niet meer. Gelukkig drong hij aan en ik liet hem een false shuffle zien. Hierbij lijkt het alsof je de kaarten schudt, maar het hele spel blijft op volgorde liggen. Hij vertelde mij dat hij op dat moment bezig was met een baccarat scam in het casino waar hij als dealer werkte. Hierbij houdt een speler bij in welke volgorde de kaarten uit het spel komen. Vervolgens doet hij een false shuffle, zodat de kaarten in dezelfde volgorde blijven. De speler weet nu exact in welke volgorde de kaarten uit het spel komen en wint dus elke keer. Uiteraard vond ik het vreemd dat hij zoiets vertelde terwijl hij er nog midden in zat. Hij kende mij verder helemaal niet en voor het zelfde geld kon ik het casino dit verhaal vertellen. Het is dus maar de vraag in hoeverre dit verhaal waar is.

Het resulteerde echter wel in een tip die hij mij gaf voor false shuffles. Het was een tip die er voor zorgde dat de shuffle er nog natuurlijker en eerlijker uitzag. Een tip die net dat ene puntje dat je zou kunnen verraden wegpoetst. Een tip die je alleen van een echte valsspeler kan krijgen omdat er voor hen veel meer op het spel staat bij het uitvoeren van de techniek.

Wat die tip is? Die houd ik voor mezelf. Maar vraag me gerust eens om een false shuffle te laten zien, hopelijk kan ik je verbazen.

Put and Take Tops

Put and Take Tops
Put and Take Tops: op het eerste gezicht lijkt het een onschuldig spelletje, hooguit verlies je er een paar euro mee. De geslepen oplichter weet er echter een fortuin mee te verdienen.

Hoe werkt het?

Het apparaat is niets meer dan een tolletje met daarop de letters T en P, met daaronder cijfers. De T staat voor Take en de P voor Put. De spelers draaien om de beurt en doen wat er bovenop komt te liggen. Met andere woorden, als er een T boven ligt dan mag je zoveel muntjes uit de pot pakken als het getal dat er onder staat. Komt er een P boven te liggen, dan moet je juist zoveel muntjes in de pot doen.
De tol bevat ook nog een ster en een cirkel. Komt de ster bovenop te liggen, dan win je de hele pot. Komt de cirkel bovenop te liggen, dan moet je de pot verdubbelen.
Als dit het hele verhaal was, dan zou het een eerlijk spelletje zijn. Er zit echter nog een addertje onder het gras.

Het geheim

Een eerlijke top is zo geslepen, dat het niet uitmaakt hoe je hem draait, elke zijde heeft evenveel kans om boven te eindigen. Een oneerlijke top echter is zo geslepen dat hij altijd met T boven eindigt als je hem één kant op draait en met P boven als je hem de andere kant opdraait.

Als een valsspeler weet dat hij met een rechtshandige persoon gaat spelen, dan zal hij dus een rechtse top nemen. Deze eindigt met P naar boven als je hem met de klok mee spint, iets dat automatisch gebeurt als je de tol met je rechterhand draait. Speelt hij met een linkshandige persoon, dan neemt hij uiteraard een linkse top. Zelf draait hij met zijn andere hand en zo wint hij altijd.

Helaas zul je op deze manier niet veel geld winnen. De meeste mensen zullen het na het verliezen van een paar euro opgeven of achterdochtig worden. Om echt geld hiermee te verdienen, gaan de valsspelers slimmer te werk.

Het grote geld

Het grote geld komt door de tops te verkopen. De valsspeler zorgt ervoor dat hij met de barman van een bar het spel speelt. Hij wint, maar geeft het geld terug en legt uit hoe hij heeft vals gespeeld. Vervolgens laat hij weten dat hij niet genoeg mensen tegen komt om het spel mee te spelen, maar dat een barman natuurlijk genoeg mensen ziet. Hij vraagt of de barman het speeltje niet wil kopen. Grote kans dat de barman dit wil en de volgende dagen wint de barman geregeld kleine sommen geld van zijn klanten.

Op een dag komt er man binnen die zo te zien veel geld heeft. De barman weet hem over te halen te spelen, maar gek genoeg staat de barman al meteen op verlies. Er was hem verteld dat de tolletjes ongeveer 85% van de tijd werken, dus hij gaat er van uit dat hij even pech heeft en dat hij het geld vanzelf weer terug wint. Maar hoe langer hij doorspeelt, hoe meer hij verliest. Zelfs als ze de inzet verhogen, blijft hij verliezen.

Wat de barman niet weet, is dat de man de partner is van de verkoper van de top. Toen de barman op de proppen kwam met het spel, verwisselde de partner stiekem de top voor een top die precies andersom werkte. Omdat de barman de dagen ervoor elke keer won is hij ervan overtuigd dat het werkt en dus zal hij veel meer verliezen dan hij kan missen.

Bron: Gambling Scams: How They Work, How to Detect Them, How to Protect Yourself

De man met de $100.000 borsten

Het begon met een onschuldig spelletje backgammon. Spelen voor $300 per punt lijkt niet onschuldig, maar voor Brian Zembic en JoBo was het dat. JoBo speelde normaal gesproken om veel grotere bedragen en Brian stond er om bekend dat hij de gekste weddenschappen om veel geld aanging. Op de één of andere manier kwam het gesprek op borstvergrotingen en JoBo meldde dat hij het maar raar vond dat vrouwen dat zichzelf aandeden. Brian vond het niet zo gek. Maggie, een gezamenlijke vriend, leek er redelijk blij mee.
“Wat zou jij er van vinden als je er de hele dag mee rond moest lopen?” vroeg JoBo. Brian moest lachen. “Weet je wat”, zei JoBo, “ik geef je $100.000 als jij implantaten neemt.” Er werd afgesproken dat Brian het geld alleen zou krijgen als hij de implantaten een jaar zou houden.

In de maanden die volgden maakten ze grappen over hun weddenschap elke keer als ze iemand met implantaten zagen. Het leek er niet meer van te komen tot JoBo Brian aanraadt om bepaalde aandelen te kopen. Terwijl Brian dit doet, verkoopt JoBo als een gek zijn aandelen, waardoor Brian een flinke som geld verliest. Als wraak besluit Brian de weddenschap daadwerkelijk aan te nemen, maar JoBo zegt dat hij te lang heeft gewacht.

Zoals zo vaak als gokkers een onenigheid hebben over een weddenschap vragen ze een groepje bevriende gokkers om de zaak te bekijken en een uitspraak te doen. De groep besluit dat de weddenschap nog geldig is en Brian kan op weg naar de plastisch chirurg.

De eerste twee weken na de operatie blijft Brian in bed. Hij durft nauwelijks te kijken, maar elke keer als hij kijkt moet hij lachen: “Ik heb tieten!”. Als JoBo het nieuws hoort is hij geschokt. Hij biedt Brian $50.000 om ze er weer uit te halen. Brian weigert en zegt die $100.000 binnen te gaan slepen. “Dan wil ik wel waard voor mijn geld,” zegt Jobo, “kom naar de club.”
Op de club zijn de reacties verschillend. Sommige mannen durven niet te kijken, andere kunnen er geen genoeg van krijgen. JoBo moet er zo hard om lachen dat hij bijna stikt. “Het is het elke cent waard als je deze een jaar houdt”, lacht hij.

De eerste weken houdt Brian zijn borsten angstvallig verborgen. Met wijde truien lukt het prima. Al gauw komt hij er echter achter dat vrouwen zijn borsten wel interessant vinden. Veel vrouwen blijken nieuwsgierig naar hoe het is om seks te hebben met een man met borsten. “Ik had het al niet slecht, maar sinds ik borsten heb, heb ik nog meer seks”, aldus Brian.

De deadline van een jaar naderde gestaag, Brian ontving zijn geld, maar na 18 maanden had hij zijn borsten nog steeds niet weg laten halen. Hij verkocht de filmrechten voor zijn verhaal en elk jaar werd hem gezegd dat het goed voor de promotie zou zijn als hij zijn borsten nog zou hebben als de film er uiteindelijk kwam. En dus hield hij zijn borsten.

Bron: The Man With The $100,000 breasts

Bestaan er ook goochelwedstrijden?

Tijdens optredens wordt mij wel eens gevraagd of er ook goochelwedstrijden zijn. Die zijn er zeker. Gister zat ik in de jury bij het Nederlands Junioren Kampioenschap goochelen en dat is dan ook een mooie gelegenheid om te vertellen hoe het er bij zo’n wedstrijd aan toe gaat.

Bij de meeste wedstrijden in Nederland worden de richtlijnen van het F.I.S.M (Fédération Internationale des Sociétés Magiques), de internationale goochelbond, gehanteerd. Dit betekent dat een act niet langer mag duren dan tien minuten. Voor op het podium staat een groen lampje. Deze gaat branden op het moment dat de deelnemer begint met zijn act. Na negen minuten wordt de lamp oranje ten teken dat hij nog één minuut heeft. En na die ene minuut wordt de lamp rood. Is de deelnemer dan nog bezig dan volgt puntenaftrek of zelfs disqualificatie.

De beoordeling wordt gedaan door een jury. Deze bestaat vaak uit vijf à zes mensen en zijn goochelaars die over het algemeen verstand van zaken hebben. Soms zit er ook een leek in de jury, iemand die geen verstand van goochelen heeft. Vaak kijkt zo iemand op een andere manier naar een act en biedt hij de jury een frisse kijk op het getoonde.

De deelnemers worden vervolgens beoordeeld op verschillende punten: goochelvaardigheid, presentatie, aankleding, entertainmentwaarde en originaliteit. Een goede goochelvaardigheid betekent dat de deelnemer de technieken die hij gebruikt goed uitvoert. Verschillende goocheltrucs hebben een verschillende moeilijkheidsgraad. Sommige trucs zijn heel makkelijk om te doen, sommige juist heel moeilijk. Uiteraard moet de jury daar verstand van hebben. Hoe moeilijker de truc, hoe meer punten een goede uitvoering oplevert. Doe je een truc waarvan de jury geen flauw idee heeft hoe het werkt, dan weten ze natuurlijk niet hoe moeilijk de techniek was die gebruikt werd, maar het feit dat de jury gefopt werd is natuurlijk ook bonuspunten waard.

Presentatie en aankleding heeft alles te maken met hoe de deelnemer over komt. Dat hoeft niet zo zeer te zijn of de spullen en taalgebruik netjes is, maar vooral met de consistentie van de presentatie en aankleding. Speelt de deelnemer een zwerver, dan moet hij er juist niet netjes uit zien. En dan doet hij ook geen trucs met een fonkelnieuw spel kaarten, maar met een stapeltje verfomfaaide kaarten uit een kapot doosje.

Als een act een hoge entertainmentwaarde heeft, dan betekent dat niets anders dan dat je je als publiek goed hebt vermaakt. Het kan betekenen dat je veel hebt gelachen of dat je juist ademloos op het puntje van je stoel hebt zitten kijken.

Originaliteit heeft twee kanten. Aan de ene kant heeft het een beetje te maken met hoe je jouw geheel presenteert. In de act waarmee ik in 2010 Nederlands Kampioen werd, gaf ik een toeschouwer de rol van valsspeler, inclusief tekstboekje. Vervolgens leek het dus alsof hij al het zware werk deed. Dat leverde vast en zeker punten op voor originaliteit.
De andere kant van originaliteit heeft te maken met de trucs die gedaan worden. Veel goochelaars kennen wel een variant van elke truc. Als je nu een truc doet met een onverwachte wending of uitkomst, of in een bijzondere uitvoering, dan geldt dat als origineel.

Zoals elke jurysport is het beoordelen van een goochelact heel erg subjectief en het kan dan ook lastig zijn om een uitslag te geven waar iedereen zich in kan vinden. Ook wij hadden gister het één en ander te discussiëren, maar uiteindelijk was er een uitslag waar elk jurylid volledig achterstond en de prijswinnaars hebben hun prijs dan ook dik verdiend. Gefeliciteerd jongens!

Card Punch

Punched Card
Als mensen aan gemerkte kaarten denken, dan zien ze vaak een scene uit de film Shade voor zich: even met je ogen knijpen en opeens verschijnt er op de achterkant van de kaarten een groot cijfer. Er zijn echter veel verschillende manieren om kaarten te merken en de meeste werken niet op deze manier. De markeringen die gemaakt worden met onderstaand gereedschap zijn zelfs helemaal niet bedoeld om te zien. Ze zijn bedoeld om te voelen.

Het principe is heel simpel: je prikt met een naald in de beeldzijde van de kaart, waardoor er op de rugzijde een bultje ontstaat dat voelbaar is. Natuurlijk kun je hiervoor gewoon een simpele naald gebruiken, maar dat levert wat problemen op. Op deze manier is het bijvoorbeeld heel lastig om consistent op dezelfde plek een bultje te maken of om het bultje elke keer even groot te maken. Dus is er door valsspelers een apparaatje bedacht dat hierbij kan helpen: de card punch.

Het apparaatje bestaat uit een strookje metaal dat zodanig gebogen is dat hij als een soort knijpertje gebruikt kan worden. Er boven op is een buisje gesoldeerd waarin een naald past. Een schroef die in de zijkant van de buis past, zorgt ervoor dat de naald op zijn plek blijft. De naald wordt er zo diep ingestoken dat hij net met een puntje tussen de uiteinden van de metalen strip uitkomt. Een kaart wordt er tussen gestoken en door de strip samen te knijpen prikt de naald in de kaart.

Card Punches

De rechter punch op de foto is één van de goedkopere en die brengt dan ook al meteen enkele problemen met zich mee. Het gat waar de naald doorheen moet is eigenlijk te groot, waardoor de schroef de naald buigt. Hierdoor zal het puntje aan de onderkant niet elke keer op dezelfde plek komen als je de naald vervangt. Verder is de ruimte tussen de uiteinden van de strip heel groot, waardoor je heel hard moet knijpen om het gewenste resultaat te krijgen. Knijp je een keer niet hard genoeg, dan is de markering niet meer te voelen.

De linker punch heeft deze problemen opgelost. De naalden zijn in een omhulsel geplaatst welke precies in het gat past en de uiteinden van de strip liggen veel dichter bij elkaar waardoor je minder hard hoeft te knijpen. Toch heeft deze punch ook nog enkele problemen. Tijdens het gebruik komt er druk op de naald waardoor deze de neiging heeft om naar boven te schuiven. De schroef houdt dat tegen, maar door veel gebruik zal de naald op den duur ongemerkt iets naar boven schuiven, waardoor de markeringen weer te klein zullen zijn.
Verder is het lastig om de naald exact de juiste hoeveelheid te laten uitsteken. Je moet de naald met de hand op de goede plek zetten en vervolgens de schroef vastdraaien. Omdat het hier echter om fracties van een millimeter gaat is dat bijna niet te doen.

Inmiddels is er een verbeterde versie op de markt die ook deze problemen oplost. In plaats van de naalden met een schroef op zijn plek te houden, zijn de naalden zelf in een schroefdraad bevestigd. Deze kunnen in het daarvoor bestemde gat worden gedraaid en met behulp van een inbussleutel kan de naald zeer nauwkeurig op de gewenste hoogte worden gezet. Omdat de naald zelf met schroefdraad vastzit, schuift hij tijdens gebruik ook niet omhoog. Er zijn voor deze punch ook extra naalden met verschillende scherptes verkrijgbaar. Zo kun je de bult op je kaart zo klein maken als je zelf wilt.

Improved Card Punch

Zelf je kaarten merken? Je kunt hier een punch bestellen: CARDSHARK Online